Ringo Starr geeft toe dat hij 'gek' was in de jaren nadat The Beatles uiteen gegaan waren.
Uiteindelijk ging hij afkicken – en nu op 74-jarige leeftijd tourt hij nog steeds. Helena de Bertodano ontmoet de iconische drummer.
Ringo Starr weigert om in het verleden te blijven hangen. "I'm looking forward / Not looking back," zingt hij – een beetje optimistisch – op zijn nieuw album Postcards from Paradise. "Wat achter ons ligt, is verdwenen," legt hij uit tijdens onze ontmoeting. "Het is onmogelijk om geen herinneringen aan het verleden te hebben, maar we hoeven er niet in te leven."
Als de drummer van The Beatles, de invloedrijkste band in de rockgeschiedenis, vecht hij een verloren strijd als het levend bewijs dat wat verleden is, niet verdwenen is. Bijna een halve eeuw na het laatste liveconcert van The Beatles (in augutus 1966) gaat het de vierde Beatle nog steeds goed. Hij tourt met zijn All-Starr Band en maakt albums. Later deze maand zal hij worden opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame in Ohio. Daarmee is hij de laatste Beatle die een eigen plaats daarin krijgt. "Het was Pauls idee," zegt hij. Hij refereert naar Paul McCartney, de enige andere overlevende Beatle. "Ik bezorg hem gewoon een avondje uit."
Als 74-jarige heeft Starr opmerkelijk veel energie. Ik ontmoet hem in een hotel in Hollywood aan het einde van een driedaagse marathon van Amerikaanse talkshows en interviews. Voordat ik hem zie, kan ik zijn kenmerkende staccato-lach door de gang horen gaan. Dan komt hij de hoek om, een en al glimlach, zijn vredesgebaar makend.
"Relax," zegt hij me, voordat hij met zijn manager verdwijnen zou voor een andere ontmoeting elders. Hij komt stipt op tijd terug voor de afspraak die we gemaakt hadden. "Niet erg rock & roll," beaamt hij terwijl hij me begroet met een knuffel. Hij is van top tot teen in het zwart gekleed, zoals altijd. Een zonnebril verbergt zijn ogen. Zijn accent verraadt nog steeds zijn afkomst uit Liverpool, maar het is overgoten met Amerikaanse invloeden – hij heeft jarenlang in LA een uitvalsbasis gehad en woont daar nu permanent.
Ringo is er klaar voor en aandachtig komt hij ter zake. "Ik heb een nieuw album uit," zegt hij terwijl hij richting de cd op tafel knikt voor het geval ik afdwaal, natuurlijk. Het album is een nostalgische, leuke verzameling. De title track leunt op een serie Beatlesliedjes: "It's like I said the night before / I'd love you when I'm 64." Het album zal vast geen rockgeschiedenis schrijven, maar er staan sterke nummers op, met name het eerste lied Rory and the Hurricanes, over de de band die hem lanceerde. Een ander lied, Island in the Sun, gaat over de zoektocht naar het perfecte eiland. Ik neem aan dat het een metafoor is, maar als ik vraag of hij nog steeds zoekende is, neemt hij de vraag letterlijk. "Ik bekijk ze nog steeds. Ik hou van Fiji, ik hou van de Bahama's. Ik ben op alle Caraïbische eilanden geweest. Nu zijn het de Turks- en Caicoseilanden... Ik hou van eilanden omdat je ze kan managen. Landen zijn enorm."
Figuurlijk gesproken heeft hij echter duidelijk zijn eiland in de zon gevonden. Hij is een levende rocklegende, verkeert in goede gezondheid, is gelukkig getrouwd met een voormalige Bond girl (Barbara Bach) en heeft kinderen en kleinkinderen. Naast een goede reputatie als een van de beste rockdrummers heeft hij een succesvolle filmcarrière. Van alle uitgaves in de jaren zeventig en tachtig was That'll Be the Day waarschijnlijk de beste, waarin hij tegenspeler is van David Essex. Ook is hij bij ten minste één generatie bekend als de eerste verteller van Thomas & Friends, de tv-serie die gebaseerd is op de Thomas the Tank Engine-verhalen. "Ik hou van het leven dat mij gegeven is," zegt hij.
Eens zij hij dat het als kind zijn ambitie was om vagebond te worden. "Ik ging op weg, natuurlijk. Als kind leek het een geweldig idee – je loopt gewoon waar je wilt, wanneer je wilt. Ik was het gewoon in het park te lopen met mijn vrienden, Davy en Brian. Sommige dagen spijbelden we van school. Sindsdien heb ik een paar huizen waar ik op pas en ik heb mijn eigen park. Ik kan het soms nog niet geloven."
Geboren als Richard Starkey groeide hij op in een ruige buurt in Liverpool. Beatlesbiograaf Bob Spitz omschreef zijn jeugd als "een Dickensiaanse kroniek van ongeluk". Zijn vader vertrok toen hij drie was en zijn moeder nam marginale baantjes om de eindjes aan elkaar te knopen voor haarzelf en haar enig kind. Op zijn zesde geraakte hij in coma als gevolg van een buikvliesontsteking en bracht hij een jaar door in het ziekenhuis. Omdat hij achterliep met school, bleef hij ongeletterd tot zijn negende. Op zijn twaalfde kreeg hij tuberculose (tbc) en spendeerde hij wederom een jaar in een senatorium alwaar hij op een rudimentair drumstelletje speelde in de ziekenhuisband. Hier ontwikkelde hij een liefde voor muziek dat zijn leven zou bepalen.
Na een kort dienstverband bij British Rail (de Britse spoorwegen) werd hij leerling-machinist bij een Liverpoolse uitrustingenvervaardiger. "Ik stond in een fabriek, maar ik droomde er van muzikant te zijn," zegt hij.
Hij ging bij Rory Storm and The Hurricanes, het onderwerp van de eerste aanstekelijke track op zijn nieuwe album. Zij deden er toe in Liverpool en waren helemaal aan het begin van de jaren zestig groter dan "die andere band" – zoals Starr het liefst verwijst naar The Beatles. In deze periode wijzigde hij zijn naam in Ringo Starr en werd hij ook de stand-in voor Pete Best als drummer van The Beatles. In 1962 zou hij hem definitief vervangen en vaarde hij mee op de Beatlemania. "We wilden de beste zijn van Liverpool, misschien van Engeland. Dan Denemarken en Frankrijk. En we deden heel Europa aan. Amerika stond buiten onze stoutste dromen."
George, Paul en John waren een hecht trio en het duurde een tijd voordat Ringo ook een van de jongens werd. "Ik was de nieuwe jongen," zegt hij. "Ze vertelden me niet eens dat [John] getrouwd was [met Cynthia'."
Wij ontmoeten elkaar de dag na het overlijden van Cynthia en Starr heeft warme herinneringen aan haar. "Ze was een erg aardige meid. I woonde in dezelfde straat als John en Cynthia in Weybridge [met zijn eerste vrouw Maureen]. We ondernamen dingen met de kinderen – hun zoon Julian en Zak, mijn oudste. Iedereen denkt dat we gekooid waren, maar we leefden een quasi-normaal bestaan. Als de lokale bewoners je kennen, is dat okay. We hadden ook avonden met vreugdesvuren. John nam Julian op zijn schoot en ik Zak. Cynthia zorgde voor vele dingen. Als je gek was, zei ze: "Kom, ga hier zitten" en praatte ze op je in."
Starr weet alles van gekte. "Ik was gek. Twintig jaar lang. Ik had wel momenten tussendoor dat ik niet gek was. Ook nu kan ik nog wel gek zijn, maar ik ben niet de Mad Hatter." Als ik fragmenten terug kijk van talkshows uit eind jaren zeventig, kan ik zien wat hij bedoelt. Hij komt onstuimig over en een beetje manisch: "Ik was dronken," zegt hij over die periode. "Ik had het niet door... Een paar van die jaren zijn zeker verdwenen."
In 1988 ging hij afkicken met Barbara, die hij had ontmoet op de set van Caveman in 1980. Nu is hij de typische Californiër geworden met een obsessie voor gezondheid en fitness. "Ik leef gezond. Ik ben vegetariër en ik eet veel boerenkool en ook veel brocolli. En een hoop bessen. Dat werkt goed voor me." Bruce Grakal, Starrs advocaat en zakenmanager gedurende de afgelopen 42 jaar beaamt: "Ik ben ouder geworden, Ringo is hetzelfde gebleven." Het is waar – Starr oogt minstens twee decennia jonger dan hij is. Zijn gezicht is amper getekend en in zijn bruine haren is slechts een plukje grijs te zien.
Hij heeft de reputatie dat hij een beetje 'vrekkig' is: bekijk zijn YouTube-video over het niet langer uitdelen van handtekeningen: "Ik waarschuw je met vrede en liefde dat ik te veel moet doen." Maar de man die ik ontmoet, is misschien wel de aardigste persoon die ik ooit heb geïnterviewd. "Ik kan nog steeds mopperig zijn," verzekert hij me. "In ieder van ons schuilen er honderd en ik probeer elke dag om de vrede-en-liefdepersoon en begripvol te zijn. Maar soms komt de "krijg allemaal de k****"-jongen boven. Soms ben je nog niet eens het bed uit en verkeer je in zo'n vreselijke stemming en dat heeft niets te maken met wat iemand gezegd of gedaan heeft. Het is gewoon dat de vloeistoffen in je brein allemaal naar één kant zijn gegaan. Je moet er dan gewoon uitkomen en er bovenop raken."
Aansluitend op zijn wil om niet naar het verleden om te zien, zegt hij niet te piekeren over voorbije tijden. "Je gaat niet de hele dag in bed zitten met spijt. Ik had een betere vader kunnen zijn, ik had dit beter kunnen doen en dat." Ik zei dat ik denk dat je het maar eenmalig had kunnen doen. "Ik geloof dat je het meerdere keren doet," antwoordt hij cryptisch. Heeft hij het er over dat hij op een andere wijze terugkeert? "Op deze wijze – om om te gaan met datgene waar je niet mee bent omgegaan. Dat is een geloof. We kunnen allemaal geloven."
Lezers van Rolling Stone verkozen Starr onlangs tot de vijfde beste drummer allertijden. "Nou, wie kan er beter zijn dan mij?" vraagt hij terwijl hij beledigd doet. Als onderdeel van de Fab Four was Ringo geregeld onderwerp van spot, vooral vanwege zijn grillige vocale stijl op Yellow Submarine en Octopus's Garden. Vandaag lijkt hij blijmoeidig met deze kritiek om te gaan. Plagend haal ik Lennons bekende antwoord aan toen hem gevraagd werd of Starr de beste drummer ter wereld was. "Ik was niet eens de beste drummer in de band," verkneukelt Starr zich, Lennons antwoord vóór zijnde. "Het was een Liverpools grapje, we waren erg goed in oneliners er uit gooien."
Starr zelf is een meestser wat betreft droge oneliners. Als ik hem vraag of hij zou overwegen om hetzelfde te doen als McCartney – die recent samenwerkte met Kanye West en Rihanna op de single FourFive-Seconds, grapt hij: "Tuurlijk. Maar dan zou het wel met iemand moeten zijn die veel mooier is dan Rihanna." De verschillende samenstellingen van zijn All-Starr Band – waarmee hij af en aan tourt sinds 1989 – kenden echter een aantal zwaargewichten uit de rockmuziek, waaronder John Entwistle van The Who, drummer Ginger Baker en zanger Stevie Nicks.
Er bestaat geen twijfel over dat The Beatles nog steeds erg relevant zijn, maar of ze tegenwoordig ook dezelfde roem zouden krijgen als eertijds is een andere zaak. Zouden ze de The X Factor hebben kunnen winnen? "Volgens Simon Cowell niet," zegt Starr. "Ik kom uit een andere school waar je speelde en clubs aandeed en je werkte jezelf omhoog."
Hij wil zich niet uitlaten over hoe hij zal gaan stemmen tijdens de verkiezingen. "Ik heb geen idee en ik vertel het je niet omdat het in heel Engeland krantenkoppen zou opleveren." Hoewel hij onlangs zijn Surrey-landgoed verkocht, zegt hij nog steeds sterke banden met Engeland te voelen. "Het is deel van mijn leven."
Als Ringo nooit The Beatles had gevonden – of indien zij hem nooit hadden gevonden – wat zou er dan zijn gebeurd? "Ik heb een fantasie dat ik nog steeds in clubs in Liverpool zou spelen. Mijn passie voor drummen is enorm."
Starrs zoon, Zak Starkey, is tegenwoordig drummer bij The Who. "Ik wilde dat hij paleontoloog zou worden omdat hij alles wist van dinosaurussen. Maar raad eens: hij tourt momenteel met The Who en hij doet hetzelfde als ik deed."
Maar als een in wezen sessiemuzikant is Zak veel minder beroemd dan zijn vader. "Niemand zal zo groot zijn in het oog van het publiek," stemt Starr in, naar zichzelf verwijzend. "Ik kom uit die andere band waarbij alles door midden wordt gezaagd, terwijl hij een muzikant is die een baan heeft."
Tegenwoordig, laat Starr voorop staan, leeft hij alleen nog in het nu. "Ik ben hier op de set met jou momenteel. Had je dat ooit gedacht? Zittend op de set met Ringo in LA... op een zonnige dag. Another sunny day." Wat grappig is, is dat Starr meer onder de indruk lijkt van mijn verschijning dan ik ben. Hij doet niet aan het neerhalen van zichzelf en waarom zou hij ook eigenlijk?
(Bron: The Times, 11 april 2015)
(vert.: Raymon R.J. Middelbos)