Vaak wordt gevraagd wat nu mijn favoriete Beatlesnummer is. Dat is lastig want er is zo veel moois en de top verandert nog al eens. Maar het zou best wel eens Old Brown Shoe kunnen zijn.
 
Het was “maar” een B-kantje en eigenlijk een weggooiertje en wie de eerste versies hoort vraagt zich af waarom Harrison er iets in zag. Het nummer werd voor het eerst gespeeld tijdens de Let it Be-sessies, op 27 augustus 1969, maar leidde tot niks.
 
Harrison nam het op zijn 26e verjaardag, 25 februari 1969 het in zijn eentje opnieuw op als demo, die op de Anthology CD te vinden is, maar wederom is het een weinig opzienbarend nummer. Ook de live-versies die Harrison in 1992 tijdens zijn tournee door Japan speelt doen mij weinig.
 
Maar op 16 april 1969, hoewel The Beatles toen al niet meer echt goed met elkaar konden werken, leek alles even te kloppen. En het nummer werd nog snel opgenomen ook, want de vijfde take was de basis voor de definitieve versie. Hoewel Lennon gitaar speelde werd zijn deel later gewist en kwam er een orgelpartij voor in de plaats. Maar dat daargelaten klonken The Beatles zelden meer als een band dan op dit nummer. De opmerkelijke baspartij was een combi van de bas van McCartney en het zelfde loopje op de gitaar door George. Geruchten gaan dat Ringo aanvankelijk ook de regel zong die alleen maar over hem kon gaan:  “if I grow up I’ll be a singer/Wearing rings on every finger” maar dat is nooit bevestigd. Aan het nummer klopt alles. Van de zang tot de begeleiding, van de gitaar tot de tekst. 
 
Het mooist is het laatste stuk als Lennon en McCartney de zang doen, het orgel scheurt en Ringo er er op los drumt. Rock ‘n’ roll met een hoog octaangehalte.
 
De versie tijdens de let it be sessies is deze:
 
 
Maar het mooist blijft de uiteindelijke versie, hier met onofficiële clip:
 
 
Ron Bulters