De musicalversie van de film Backbeat, over de beginjaren van The Beatles, toen Stuart Sutcliffe nog basgitaar bij hen speelde, geeft het startschot voor Glasgow Citizens.

Afgezien van Paul McCartney zelf, die kritiek had op enkele onnauwkeurigheden, zijn er veel die de voorkeur geven aan de film van Iain Softley uit 1994. Het portreteert het verblijf van The Beatles in de ongure clubs in Hamburg van 1960 tot 1962 en brengt het verhaal van Stu Sutcliffe, die ook wel eens de vijfde Beatle genoemd wordt.
De film ging even veel over de driehoeksverhouding van John, Sutcliffe (Lennon’s beste schoolmaatje op de kunstacademie) en Astrid Kirchherr, de jonge Duitse fotografe die verliefd werd op Sutcliffe, als over hun muzikale belevenissen. Maar Softley zegt dat de idee om er een musical van te maken al groeide nog voor de film helemaal voltooid was. Hij wilde audities om de opwinding te voelen van de eerste optredens van de ‘fab five’, die ze toen nog waren, toen ze rock and roll covers brachten met de energie van een punkband uit de jaren 70, zoals Softley het zegt.

En nu, 15 jaar later, is er de live versie van de musical. Er is jammer genoeg geen premiere in Liverpool of Londen, waar de producers wel ergens op hoopten. Het werd een co-produktie met Glasgow Citizens, nochtans waren er de veelvuldige repetities in Londen en is er helemaal geen inbreng van iemand uit Glasgow.
Maar, Sutcliffe werd geboren in Edinburgh, en waar de musical ook gemaakt werd, dit is een live musical. De hele musical had nood aan een opkrikker, of beter gezegd enkele opkrikkers, er moest nodig hier en daar wat opgeblonken worden en verfijnd, en dat is waar try-outs in andere steden voor nodig zijn. En ze moesten beslissen hoe het zou eindigen, zou het publiek niet moeten meedansen tussen de rijen stoelen, zoals de cast op het einde van de medley?

Cruciaal, zoals in elke musical, heeft Softley (die zowel directeur is als co-auteur met Stephen Jeffreys en werkt vanuit het originele script) de volledige zeggenschap over hoe het moet en zal gebeuren. Er gebeurt meer rond het schilderen van Sutcliffe dan in de originele film, er worden enkele kunstwerken geprojekteerd doorheen de industriele stalen panelen op de set (ontwerper : Christopher Oram), en die helpen om een verklaring te geven waarom Sutcliffe nooit echt volledig deel uitmaakte van de band.
Het feestje waarop Astrid en haar toenmalig vriendje de band uitnodigden laten zien en voelen dat ernst en plezier maken dicht bij elkaar lagen. Isabelle Calthorpe, die Astrid speelt, is volledig in het zwart gekleed en heeft het blonde haar in een bobkapsel, en zij is misschien nog mooier, nog raadselachtiger dan het origineel.

Niemand van de spelers doet moeite om op zijn origineel te lijken, alhoewel Jamie Blackley enige gelijkenissen vertoont met de verlegen George Harrison en Alex Robertson speelt een knappe en somber gestemde Sutcliffe. Andrew Knot kan er door maar is slechts een schaduw van de te nozemachtige Lennon en zijn zangstem staat nu al duidelijk onder spanning. Maar de band is goed en het opwindende is ijdel vertoon.

(Bron : entertainment.stv.tv — GB)
(Vert : Janien Nuijten-Colans)