Of John Lennon al dan niet spijt heeft van zijn radicale linkse keuze, ik blijf me zijn standpunten herinneren en zijn stem.

De commentaar van Maurice Hindle (‘Response’, The Guardian, 2 februari) brengt enkele interessante standpunten naar voren over de politieke voorkeur van John Lennon.
Het maakt veel duidelijk er bij te vermelden dat het Lennon zelf was die opbelde en vroeg voor een gesprek, een jaar na de veranderingen die in 1969 plaats vonden en resulteerden in het linkse album ‘Revolution’. We hebben elkaar verschillende keren ontmoet voor het interview dat Robin Blackburn en ikzelf maakten met hem voor het ‘ultralinkse’ blad Red Mole.

De dag na het interview belde hij me op en zei dat hij zo genoten had en dat hij een nieuw nummer had geschreven voor de beweging en toen begon hij het te zingen : Power to the People. De gebeurtenissen in Derry op Bloody Sunday hadden hem erg kwaad gemaakt en hij liet weten dat hij zou meelopen in de volgende betoging tegen het leger in Ierland. En hij deed dat ook samen met Yoko Ono. Ze droegen Red Mole T-shirts en hielden een spandoek omhoog. De hoofdleuze was ‘Voor de IRA, tegen het Britse imperialisme’.
We hielden contact en kletsten heel wat af. Hij nodigde Blackburn en mij uit toen hij Imagine gecomponeerd had. Ik zie het nog levendig voor me, ik hoor hem nog zingen aan de keukentafel in Tittenhurst en toen keek hij plotseling vragend onze kant uit. ‘Het politburo gaat dit waarderen’, grapte ik.
Later toen het album verscheen bleken de meeste songs radicaal te zijn, radicaal in de brede zin van het woord (net zoals Working Class Hero op zijn vorige album).
Imagine, de utopische hymne, geschreven tijdens zijn zeer radicale periode, werd nooit afgewezen en hoewel hij soms spijt had van zijn acties en opmerkingen in de jaren ’70 bleef het lied zijn politieke hoop uitschreeuwen.

Wat dikwijls ondergewaardeerd wordt is de invloed die Yoko Ono had in zowel de kunst als het politieke. Ze had heel veel invloed op zijn ideeën, en zelfs op het eind van de jaren 70 zei ze hem vaak publiekelijk dat hij minder moest afwijken van zijn radicalisme.
Toen hij me vertelde dat hij naar Amerika wilde verhuizen, probeerde ik hem dat uit het hoofd te praten.
Hij wilde Engeland verlaten omdat hij en Yoko niet meer tegen het kleinburgerlijke konden en ook door het aanhoudende racisme in de bladen dat rechtstreeks tegen haar gericht was.

Het laatste gesprek met hem was in 1979 en ging over de overwinning van Tatcher. En hij klonk helemaal niet zo on-radicaal in dat gesprek. Als er ergens in een Engels archief iets van dat gesprek is terug te vinden, zou ik zeer dankbaar zijn als ik dat zou mogen inkijken.
Duidelijk was dat zijn opinie en zijn ideeën lichtjes veranderden, maar ik zie hem niet als iemand die de oorlogen in Palestina, Irak en Afganistan zou steunen en goedkeuren.
Het verlies van zijn stem was een ware tragedie voor miljoenen mensen.

Foto : radicaal en chic : John Lennon en Yoko Ono met de leider van black power, Michael X bij hem thuis in Holloway op 4 februari 1970. Fotograaf : Getty

(Bron : guardian.co.uk/Tariq Ali — GB)
(Vert : Janien Nuijten-Colans)