Voormalig Beatle herinnert zich nog goed wat hij voelde toen  er enkele gewapende mannen rond zijn huis liepen.
 
Paul McCartney geeft toe dat hij bang was voor zijn leven nadat John Lennon was vermoord.
 
De voormalige Beatle geeft toe dat hij zeer alert was nadat Mark Chapman Lennon buiten zijn appartement in New York in 1980 had neergeschoten. Zijn eigen huis op het platteland van Zuid-England was nog grotendeels onbewaakt en lag afgelegen in een bos.
 
McCartney vertelt dat hij echt doodsbang was toen hij na de moord op John Lennon ineens gewapende mannen rondom zijn eigen huis waar nam.
 
Hij vertelt Uncut: “Het was erg vreemd, de dagen daarna,  toen ik thuis zat. We hadden een klein toegangshek, vooral ook om de vossen buiten te houden, want we hadden enkele kippen. Ik ben me erg bewust van mijn veiligheid dus ik ben ook erg alert. Ik kijk naar buiten en zie iemand met een geweer, een soort machinegeweer, een aanvalsgeweer. “Wha!” Hij is in volledig militair tenue en ik zie dat hij een complete patrouille bij zich heeft. Ik ga kijken. “Verdomme, wat is er aan de hand”.
 
“Ik weet niet wat ik gedaan heb. Ik denk dat ik de politie heb gebeld. Het bleek een militaire manoeuvre te zijn. “Oh, sorry. Zijn dit uw bossen?” Ze liepen twee aan twee. Het waren er wel duizend. God, ik weet nog niet hoe ik hier doorheen gekomen ben. Jij denkt dat je dood gevonden gaat worden. Maar ze waren er allemaal, lopend door de bossen.”
 
Onlangs heeft McCartney toegegeven dat hij erg gefrustreerd was door alle veranderingen bij het publiek na de dood van John Lennon.
“Na The Beatles maakte George zijn platen. Dat deed John, dat deed ik en dat deed Ringo. We waren gelijkwaardig. Toen John werd doodgeschoten, afgezien van het afgrijselijke feit,  werd dat een langdurige zaak. John was een martelaar. Een JFK.”
 
“Wat er gebeurde, en dat vooral frustreerde me, was dat mensen begonnen te zeggen: “Ja, hij was The Beatles.” En ik, George en Ringo hingen er maar bij. Het is slechts een jaar geleden, maar we zijn allen gelijkwaardig.”
 
(Bron: nme.com)
(vert.: Toine Gribling)